SPULLENSPULLENSPULLENSPULLENSPULLEN

Am I Human ?
of ben ik een strontkever?

Ik was twee boeken aan het lezen.
Het ene ging over gedrag en het ander ging over design.
In het eerste boek las ik hoe Frans de Waal een wedstrijd tussen menselijke gedragspsychologen en Ethologen omschreef.
De psychologen waren almaar bezig de mens ten opzichte van alle andere soorten die onze planeet bevolken, in een uitzonderingspositie te zetten.
We onderscheiden ons van dieren (of lees: we zijn beter dan dieren) omdat….
We bewustzijn hebben en dieren niet, omdat we gereedschap gebruiken en dieren niet, omdat we plannen en organiseren, omdat we cultuur hebben en religie en oorlog en ga zo maar door.
En bij elke bewering stond er dan een legertje aan ethologen klaar om aan te tonen dat die bewering onjuist is.
En daarbij konden ze eigenlijk al het boven genoemde ook succesvol ook bij dieren aantonen.

In het boekje ‘Are we human? ‘ wat over design gaat, staat simpelweg dit;
Wat mensen onderscheidt van dieren is dat ze een onafgebroken stroom aan spullen ontwerpen en produceren.
Met al dat ontwerp, herontwerpen ze tenslotte ook hun eigen gedrag en dat maakt mensen de enige soort die met al het benodigde ontwerp dat bedacht is ten behoeve van hun vergemakkelijkte overleving, tenslotte diezelfde overleving steeds kanslozer maakt.
Met andere woorden de mens ontwerpt haar eigen ondergang en staat er met een vreemd mengsel van trots en afschuw naar te kijken.

Oh jee dacht ik, dat is waar, iedereen kan dit elke dag om zich heen zien, daar hoef je geen etholoog of psycholoog voor te zijn. Iedereen kan zien hoe we de planeet hebben bekleed met een tapijt van asfalt en gebouwen en hoe we totaal vergeten zijn om zoals de meeste dieren doen, gewoon gebruik te maken van wat voor handen is en niet méér te pakken dan we nodig hebben.

Hoe verhoud ik me hiertoe als kunstenaar?
Ik ben een nestbevuiler misschien wel erger dan de meeste anderen!
Ik bij uitstek ben aldoor bezig mijn gedachten in een fysieke vorm te verwezenlijken en uit mijn hoofd ontspruiten gedachten gemaakt van hout, en touw en plastic en spullen en verf, objecten van een aanzienlijk formaat!
Die spullen, in hun specifieke samenstelling, hebben natuurlijk een idee en een betekenis meegekregen, erin gelegd door mij en door publiek, maar zodra het kunstwerk zijn werk gedaan heeft, kan ik niet ontkennen dat er heel wat materiaal betekenisloos achterblijft.
Met de waarde is het gedaan als het kunstwerk is uitgewerkt.
En hoe kom ik er dan weer vanaf??
Ik heb ook nogal een hoeveelheid spullen.
Zo’n grote hoeveelheid zelfs dat ik op een zeker moment bedacht dat ik een soort spullen bibliotheek moest gaan aanleggen, voor in mijn atelier.
Omdat het eigenlijk niet meer te doen was om achter en onder al die dingen nog te zien wat voor een materiaal ik allemaal had.
Bijvoorbeeld 20 zwembanden, of een enorme bos stropdassen, een verzameling brillen… en ga zo maar door.
Om maar niet te spreken over wat er allemaal uit mijn huis kwam toen mijn kinderen wat ouder werden. Weggeef kadootjes gekregen op verjaardagen, kleine prijsjes, spaardingen van supermarkten, schoenkadootjes, stuiterballen, waarom bestaat het? En waarom slepen we zomaar allerlei spulletje ons huis in waar we enige tijd later weer vanaf willen? Hadden we dat niet direct kunnen bedenken dat het maar weinig betekenis had? Als we nu stoppen met ooit nog van dat soort dingen te produceren kunnen we nog 100 jaar voort met de hoeveelheid die er nu al is, en dan worden ze ook steeds bijzonderder. Toen ik zo bezig was met die spullen bibliotheek, je kunt je er misschien iets voorstellen, je legt allerlei dingen per categorie op een rij en dan maak je een foto. In elk geval ik kwam ook nogal wat dingen tegen die in geen enkele categorie paste bijvoorbeeld een papieren paard.
En dat paard daar moet ik nog even wat over vertellen,

Ik was een poosje geleden in Vietnam. Daar maken en verkopen ze allerlei spullen gemaakt van papier die bedoeld zijn om aan je overleden voorouders te geven. Ooit begon het met alleen geld om de entree voor de hemelpoort te betalen. Nep geld uiteraard. Maar al gauw kwamen er papieren overhemden, schoenen van papier, auto’s, en huizen en iphones en ga zo maar door.
Echt alles alles kon je aan je voorouders meegeven.
Je zou denken dat een van de voordelen van dood zijn is dat je niets meer met al die troep te maken hebt, maar nee in Vietnam gaat dat materiele leven gewoon door.
Om spullen naar gene zijde te krijgen maakt men een klein vuurtje en gooit daar dan de papieren versie in van wat je dan ook maar wil doorsturen. En daar hoort een klein ritueel bij.
Door de verbranding gaan de spullen naar de dimensie van de doden.
Een vriendin van mij uit Vietnam bracht voor mij een keer een glimmende roze paard van papier mee. Behoorlijk groot. Ze had er een extra koffer voor aangeschaft. Ik dacht dat het leuk was om net als de Vietnamezen het paardje bij het graf van mijn vader naar de andere wereld te sturen.
Totdat mijn dochter zei: en wat nou als het echt is? Als hij daar echt opeens met een paard zit waar hij voor moet zorgen?
Plotseling zag ik de schaal voor me waarop al die spullen niet alleen in deze wereld maar ook nog in andere werelden door mensen worden verspreid. Stel je voor dat het echt is? Al dat afval dat wij hier verbranden verschijnt in de wereld van de doden!

Oh nee!

Het categoriseren van al die spullen maakte dat ik een lichte paniek begon te ontwikkelen. Het was teveel! En hoe kon ik me nog op verantwoordde wijze van die spullen ontdoen? Tegenwoordig maak ik vooral kostuums. Geen kleding hoor, je kunt namelijk meestal niet kijken als je een kostuum aan trekt dat ik gemaakt heb. Het bedekt namelijk ook je gezicht. Voor een museum waar ik in opdracht een werk voor moest maken wilde ik behalve de gevraagde kostuums ook persé die enorme hoeveelheid spullen die ik had, gebruiken. Dat moest dan een soort bolvormig kostuum worden met al die spullen erop en eraan. Het zou dan zo groot worden dat als je het aantrok dat je ook niet meer vooruit kon komen. De last van je bezittingen zal ik maar zeggen.
In mijn hoofd had ik voor die verzamelbol een werktitel.
Rolliebollie moest het gaan heten.  Omdat het rond zou worden en omdat er wielen onder moesten als je er nog mee wilde kunnen lopen.
Maar een belangrijkere reden was omdat ik geleerd had dat ze in Namibië het woord rolliebollie gebruiken voor de mestkever. En ik zag zo voor me hoe die kever zo’n bol mest met zijn achterpootjes, voor (of is het achter) zich uit rolt. Ik dacht erover na of er nog een andere gelijkenis was tussen het mestballetje van de kever en mijn werk, behalve de ronde vorm en het  feit dat we allebei met een hoop shit lopen te slepen. Waarom verzameld een mestkever eigenlijk mest? Ik zocht het een en ander op over de mestkever. De kever eet de mest zo blijkt en is een belangrijke speler op het gebied van biodiversiteit. Behalve dat een kever per jaar ongeveer 100 kilo grond verzet, verspreidt zij ook heel veel zaden.

Misschien zou je kunnen zeggen dat een kunstenaar, en nog meer een reizende kunstenaar met cultuur hetzelfde doet? Daarnaast werd de mestkever door de Egyptenaren aanbeden als een heilig wezen omdat ze dachten dat de kever zichzelf keer op keer herschiep. De kever legt inderdaad een ei in een rolliebollie waaruit een nieuwe kever tevoorschijn kruipt.
De mestkever kreeg in de hyroglieven daarom de initialen XPR waarbij de X staat voor ontstaan, de P voor scheppen en de R voor transformeren. Ik eet misschien mijn spullen niet op maar ik heb ze toch wel nodig als voeding voor mijn ideeën. Ik transformeer spullen zou je kunnen zeggen 

Zo beschouwt vind ik de tekst op de tas eigenlijk een compliment.

Gelukkig ik ben een stront kever!