Laatst viel er opeens een woord in verband met mijn werk. Ik had een voorstel gestuurd naar een groot festival in Nederland en in het antwoord stond het genoemd.
Er werd nog net niet gezegd dat mijn werk ‘het was’, maar laten we zeggen, het woord viel letterlijk. Het woord was culturele toe-eigening.
Er dook een enorm groot aantal vragen bij me op:
Wat had ik mij precies toegeëigend dat blijkbaar niet ‘rechtmatig’ van mij was?
En wie bepaalt er dan wat wel rechtmatig ‘van mij’ is?
Werd ik nu gecategoriseerd in een bepaalde groep die mijn cultuur is/zou moeten zijn?
Heb ik überhaupt een cultuur waar ik toe behoor?
Het hele project Ferengi is juist bedoeld om mij en iedere drager van een alles verhullend kostuum los te maken van zijn of haar context of geschiedenis, en een heel ander iets te zijn waar nog geen categorie voor is.
Maar in de ogen van iemand (die het woord had gebruikt) riep dit project ideeën op over culturele toe-eigening.
Ik zocht het woord op. Er stond een redelijk summier stukje tekst op Wikipedia met als voorbeeld de hoofdtooi van een indiaan bij een carnavalsfeestje.
Hmmm, daar kon ik niet zo veel mee.
Het woord toe-eigening impliceert dat er zoiets bestaat als cultureel bezit.
En bezit kun je stelen omdat (de meeste) mensen niet de gewoonte hebben om bezit te delen.
Maar is cultuur niet juist iets om wél te delen? Cultuur fuctioneert toch helemaal niet als je het voor jezelf houdt?
Maar veel meer nog: er was iemand die een aanname deed over wat of wie ik was (ik had geen foto van mezelf meegestuurd) en vervolgens vond dat, passend bij mijn kleur, leeftijd of sekse, er een bepaald cultureel speelveldje voor mij is neergelegd dat ik mag vertegenwoordigen.
En ik vraag mij af, wat is mijn culturele speelveldje dat de woordzegger voor ogen had?
Ik bedoel, hebben we het over pannenkoeken, molentjes en tulpen?
Wat mag ik in de woordzeggers ogen representeren?
En hoe kan ik dit in overeenstemming brengen met mijn eigen waarden?
Is het afbakenen van mijn speelveld waarin ik me mag bewegen en het mij toewijzen van bepaalde dingen, en mij verwijten dat ik anderen dingen afneem die niet van mij zijn, niet juist precies dat wat de woordgebruiker niet wil dat haar/hem geschiedt?
En is het niet een vorm van polariseren en buitensluiten?
Mij gaf het mij in elk geval onmiddellijk het gevoel dat we tegenover elkaar staan, in plaats van dat we iets delen.
Nicolas Bourriaud zegt dat etniciteit niet hetzelfde is als afkomst, en hij bepleit dat cultuur moet worden gedeeld, verspild, en dat er royaal en vrijgevig mee om moet worden gegaan als wij daadwerkelijk diversiteit willen bereiken.
En ik merk dat ik het met hem eens ben.
Ik kan niet alles maken. En ik ben blij dat zoveel mensen ook hun dingen maken, en als ik dan mijn ding maak, dan kunnen we samen dat hele palet maken van alles dat gemaakt wil worden.