Namibië

In Namibië hadden wij niets van tevoren georganiseerd. Het land stond niet op de planning van werklocaties, maar kwam ertussen omdat onze mobile werkplaats naar Walvisbaai moest worden verscheept.
Hoewel we eerst begonnen waren toch iets ter plekke te organiseren, is ons bezoek aan Namibië vooral in het teken komen te staan van de Magirus, (onze vrachtwagen) en dieren.
Van tevoren hadden we van een vriendin in Nederland wel een aantal namen gekregen om contact mee op te nemen, waarvan Kirsten er een was. Zij haalt ons op van het vliegveld en we mogen een nacht in haar huis in de woestenij net buiten Windhoek logeren. Een ontzettend fijn welkom!

Maar we merken al snel dat er iets aan Namibië niet klopt… Alle mensen zijn boos of bang, daar lijkt het in eerste instantie op. Maar, denken we bij onszelf, geef jezelf minstens vier dagen om een beetje ‘feel’ te krijgen van wat er echt gaande is in een land. Hoewel een eerste indruk ook belangrijke info geeft van dingen die je na een aantal dagen alweer als vanzelfsprekend beschouwt.
Het is altijd boeiend om de ontvangst bij grenzen te vergelijken. Tot zover, Senegal: luie desinteresse, Ethiopië: een super blij welkom, Namibië: een blaffende dictator. Zegt het wat over de sfeer in een land?
Julus vroeg, toen we in Ethiopië landden: “Zijn er landen waar de mensen over het algemeen blijer zijn dan in andere landen? Waar de gemiddelde blijheid zeg maar gewoon hoger is?”. Alsof het niet iets met de situatie in het land te maken heeft maar meer met een volkshouding of zelfs met een soort volks-DNA. Een leuke vraag!
Ik (Dienke) heb op de master aan ArtEZ een journalistiek mini onderzoekje gedaan naar het vermeende ‘geluks-onderzoek’. Onze onderzoeksgroep stelde het onderzoek ter discussie omdat er buitengewoon veel vragen gingen over de welvaart van de persoon. Heb je een wasmachine, een tv, een laptop, etc.
We vroegen ons af of je daar geluk mee kan meten. Ons is bijvoorbeeld wel eens opgevallen dat op plekken waar mensen erg weinig hadden (geen koelkast, geen tv, geen kraan in huis), ze hun spullen wel heel netjes hielden. De zorg die er aan het karige bezit besteed werd leek mij ook een factor die geluksgevoel verhogend kan zijn. En daarnaast zijn er natuurlijk voorbeelden van mensen met genoeg of (te)veel bezit die niet gelukkig zijn.
In het geluks-onderzoek dat wij onder de loep hielden kwam Togo uit de bus als minst gelukkige land ter wereld. Daarom belden we de ambassade van Togo op, met de vraag hoe dat nu toch kwam, en waarom de bevolking van Togo de vragenlijsten zo negatief had ingevuld.
Veel mensen die zo’n vragenlijst beantwoorden vormen zich misschien een algemene mening over hun gedeelde tevredenheid die op elkaar afgestemd lijkt te zijn. In Nederland klaagt men steen en been, nooit is er iets goed genoeg, en toch komt Nederland altijd als een van de gelukkigste landen uit de bus. Hoe kan dat nu?
In Namibië lijkt iedereen bang. Of op zijn hoede. Niemand heeft vertrouwen in elkaar. Om de huizen staan enorme muren en daarboven op nog prikkeldraad met van die messen, en vaak nog een elektrische schokbedrading.
De welvaart is duidelijk in tweeën verdeeld. Hoewel officieel de apartheid al jaren geleden is afgeschaft en er niet meer wordt ‘gediscrimineerd’ is de welvaart nog steeds totaal ongelijk verdeeld. Alle witten (en ook de nieuwe gekomenen), wonen op boerderijen, of hebben er één (extra) en wonen daarnaast ook nog in de stad. Ze bezitten de bedrijven en zijn over het algemeen de werkgevers en niet de werknemers. Veel zwarte mensen maken een boze of anders arrogante indruk. Zo niet racistisch naar witte bezoekers toe. Die sfeer is overal te doorvoelen.
En daarnaast ziet het er kaal, té clean en te welvarend uit, terwijl het dat eigenlijk niet is.
Kirsten, die ons ontving, noemde Namibië ‘Afrika light’ voor toeristen die nooit eerder in Afrika zijn geweest. We begrijpen achteraf dat dat vooral gaat om het niveau van comfort. Alles werkt er. De organisatie is er goed en de douche en wc is overal schoon.
Maar wij vinden Namibië een zeer gecompliceerde sociaal emotionele oefening in ongelijkheid. Wat ons betreft ‘Afrika extra heavy’.

Walvisbaai is raar!
‘Vriendelijk’ verzoek om de keuken van het hostel netjes achter te laten.
In Namibië blijkt ook de vakantie al min of meer begonnen. Een van de contacten was een docent aan de kunstacademie, maar die is al gesloten en de studenten zijn naar huis. Daar valt helaas niet meer te werken. We besluiten de tijd in Namibië te besteden aan dieren en aan de Magirus.
Voor dieren komt iedereen hier. Sommige komen jagen, niet leuk. Maar gelukkig is ook dat heel steng gereguleerd en komen de meeste mensen de dieren gewoon bewonderen.

We halen met de trein de Magirus op uit de haven van Walvisbaai en rijden er mee terug naar Windhoek. Onderweg komen we vast te zitten in het zand! Omdat de schemering invalt en ons aangeraden is de auto niet te verlaten vanwege de vele wilde dieren, brengen we een nachtje door midden op de weg. De volgende ochtend worden we met hulp van voorbijgangers weer op weg geholpen.

In Windhoek verblijft de Magirus enkele dagen op het terrein van een garage. Er is een ontzettend vriendelijke monteur aan bezig die ons ondertussen alles laat zien wat hij doet, en hoe we het zelf kunnen onderhouden. Hij vindt het gelukkig heel leuk om het aan anderen te leren.

Na tien dagen Windhoek en gesleutel aan de wagen vertrekken we op weg naar Zambia, met als tussenstop een bezoek aan Waterberg en Etosha National Park, om dieren te gaan zien.
Mocht je naar Namibië gaan, dan kunnen we je beloven dat een bezoek aan een wildpark niet eens nodig is. De giraffen, zebra’s, bavianen en koedoes vliegen je om de oren.
Ongelofelijk en bewonderenswaardig hoe de dieren weten te overleven in de extreme droogte en hitte.

In het noorden van Namibië en de Caprivi wordt de sfeer beter. Er zijn traditionele dorpen waar we langskomen en omdat de witte bevolking er veel meer in de minderheid is, is er ook niet zo’n scheve verdeling.
Na Etosha gaan we via de Hoba meteoriet, een 3 meter groot brok ruimtegesteente, en een 3000 jaar oude Baobab boom naar Zambia.
Bij de boom zegt de ‘kassa’ meneer tegen ons: “rond de boom moet je even heel stil zijn, want die boom heeft je nog veel meer te vertellen dan Jezus Christus!”

Grazend zwijntje met het Waterberg plateau op de achtergrond.